Blog
Zit er dan toch nog iets
Door datingsite- en communitylid
Blauwtje
03-12-2009 23:06 | bekeken:
1120 | funked:
0 | reacties:
2
De laatste tijd ben ik wat lamgeslagen. Moe en futloos en vooral heel duf. Zielloos, als een zombie. Ik voelde me al wekenlang geen mens meer.
Hersenen staan voor verstand. Beslissingen worden gemaakt met je hoofd. En toch worden dáár de gevoelens bepaald. Hele ladingen chemische stofjes werken zich te pleuris om een mens het gevoel te geven dat hij leeft. Of als hij dat gevoel niet heeft, toch nog als een mens te laten functioneren.
Mateloos intrigerend allemaal. En tóch moet ik het met HBK (zie reactie op mijn vorige blog) eens zijn: de bezieling wordt niet bepaald door die hersenen. Die drijvende kracht is meer dan een lading chemische stofjes. Het is meer dan een complex organisme.
Nee, dan mijn hart. Het ziet er zo simpel uit. Gewoon pompen, hoppa. Dat is waar de passie vandaan komt, het vuur. Dat is wat het bloed door mijn wezen doet razen. Me het gevoel dat ik leef. Mijn hart maak dat ik zwierig ben, dat ik me puberaal gedraag en dat ik zo makkelijk verliefd word. Dat is dat wonderlijke orgaan, dat geen rekening houdt met regels, met wat "anderen" vinden dat verstandig is, met wat je hoofd tegen je schreeuwt... "Niet doen! Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten!" gilt mijn verstand door het gigantische universum van mijn zijn. Het echoot nog lang na, maar mijn hart heeft er geen oren naar.
Heb ik eigenlijk wel een hart? Ik dacht dat er een gat zat waar hij ooit had gezeten. Ik was er namelijk van overtuigd dat ik bij mijn laatste opvlamming van levenslust hem was kwijt geraakt. Geen hart, geen pijn. Dus hoef ik niet te luisteren. Wie zijn hart brandt, kan niet eens op blaren zitten, maar heeft gewoon schreeuwende zielenpijn. Totdat het vuur is uitgegaan, walmend is gedoofd. En dan rest er niks meer, zie je alleen de duistere dieptes, peilloos, zonder eind.
Zielloos en berekenend ga ik door het leven. En zonder passie kan je wel proberen een project van de grond te brengen, maar moet je keihard werken om iets van waarde neer te zetten. Een klein beetje passie werkt toch écht sneller. Misschien mis ik hem toch wel, mijn hart.
En zo komt het dat ik vrolijk mee zing:
"Het voordeel van een houten hart
Je bent voorzichtiger met vuur
De splinters zijn voor anderen
Er hoeft geen slot op en is dus helemaal niet duur"
En ik grinnik, want als er een gapend gat zit, kan je doen wat je wil. Zelfs geen splinters voor anderen! En in plaats van niet duur, kost het gewoon niets, want er is niets. Dus klopt dat hele refrein voor geen hout!
Of toch niet? Want ineens voel ik het. Het is met geen redenering te verklaren, laat staan weg te jagen. Het is een gruwelijk gevoel, zeg maar het het onverwachte antwoord op de waarschuwing van mijn verstand. Mijn wezen trilt en schokt. Ik voel me uit elkaar getrokken. Ik denk na, voor zover je kan helder kan denken als je wel kan huilen van iets wat je wezen in zijn greep houdt, en ik bedenk dat dit pijn moet zijn. Een snijdende pijn. Een doorborende pijn. Het doet me denken aan gloeiende hitte. Aan die keer dat ik vergat dat de oven aan had gestaan en ik het rooster eruit wilde halen - er zaten witte velletjes op mijn vingers. Maar dan zit dit gevoel van binnen. Ik probeer het te verlichten maar ik kan er niet bij.
Met een schok bedenk ik me, dat ik wel een hart heb. Er zit geen gat. Er zit geen hout. Het is zelfs geen goud. Het is een levend onderdeel in me en ik heb er niet naar om gezien. En nu zit mijn hart onder de blaren.
En terwijl de pijn met de weken weg ebt en ik langzaam weer bij zinnen kom, kijk ik in de spiegel. Mijn ogen rood van het huilen, mijn lippen paars van de kou. En ondanks het verdriet om de pijn ben ik toch blij. Er verschijnt een klein glimlachje op mijn gezicht "Meid, gefeliciteerd. Je hebt een hart!"
Spreuken 4:23
Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart,
het is de bron van je leven.