Blog
Mexicaanse griep; bijna fatale afloop
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
19-11-2009 10:00 | bekeken:
877 | funked:
0 | reacties:
3
Je hoorde tot de risico groep.
Hoewel, ondanks al die publiciteit voor de t.v., dacht je,
so what, ik ben jong en sterk.
Dat gedoe van al die prikken,
en dan nog wel twee keer.
Je hebt het er op aan laten komen.
Die zondagmorgen werd je wakker met een akelig hoestje.
Je was ook niet helemaal lekker.
Toch maar even tempen: 38,6.
Het is weekend en je denkt:
deze keer maar niet naar de kerk.
't Is een flinke verkoudheid,
morgen zal het wel wat beter zijn.
Maar in de loop van de dag
ga je je steeds lamlendiger voelen.
In de namiddag is de koorts inmiddels opgelopen tot 39,4.
Over je hele lijf heb je spierpijn
en met jouw astmatische aanleg
gaat jouw ademhaling moeizaam.
Het lukt je nog om wat te zappen voor de tv
om wat afleiding te vinden.
Maar 's avonds tegen achten ben je zo beroerd als een hond
en je denkt: toch nog even tempen.
En dan schrik je:
de koorts is inmiddels opgelopen tot 40,5.
Moeizaam beweeg je je richting telefoon
en draait het nummer van jouw ouders: 0343-51837.
Je krijgt jouw moeder aan de lijn.
Je probeert wat geruststellend over te komen
maar ze kent jou langer dan vandaag.
In haar stem bemerk je een sterke ongerustheid.
Ze houdt niet eerder op met praten
voordat je haar beloofd hebt 1-1-2 te bellen.
Drie kwartier later lig je op de intensive-care.
De koorts is opgelopen tot bover de 41
en jouw ademhaling verloopt o zo moeizaam.
De verpleegkundige heeft inmiddels een infuus aangelegd.
Hoewel je het niet wilt,
kom je soms in een trance-achtige toestand terecht.
Verschrikt denk je: o nee....
God, alsjeblieft, ik ben er nog niet klaar voor.
Maar o, wat ben je moe.
Je voelt je zo moe, zo oneindig moe
en weer lijkt het alsof je even jouw bewustzijn verliest.
Je bent nog alert genoeg om de gespannen houding
van de verpleegkundige op te merken,
die zich met jou bezig houdt.
En dan..... dan verlies je het stuur over jouw gedachten.
Het is net alsof je in een tornado terecht bent gekomen,
een draaikolk waaraan je niet kunt ontvluchten
en enkele seconden later
voel jij je vederlicht, je voelt je zo licht....
De druk is helemaal van je afgevallen.
Het lijkt wel of een euphorisch geluksgevoel
bezit van je heeft genomen.
Je neemt dingen waar die niet kunnen.
Je ziet jezelf in het bed liggen
terwijl de verpleegkundige jou hartmassage toedient.
O, wat een drukte maken die lui.
De gedachte dringt zich aan je op:
Is dat het nou .....
Maar nu kom je opeens in een turbulentie
van een andersoortig gebeuren.
Weer die draaikolk, of tunnel, maar tegelijk
neem je een oneindige grote hoeveelheid licht waar
en je wordt naar binnen gezogen,
die slurf van helder licht in.
En in fracties van seconden lijkt het wel
of jouw hele leven zich aan jou voorbij trekt:
toen je nog kind was
jouw jaren op de lagere school
het getreiter van jouw vriendjes
toen jij jouw eerste gulden stal
studentenfuifjes
jouw eerste sollicitatie-gesprek
al die noodleugentjes, als je in
crisissituaties terecht kwam....
Het is vreemd, maar in dat sterke licht dat je omgeeft,
kun je geen enkele herinnering verborgen houden.
Het is een allesdoordringend licht.
Maar toch ben je niet bang.
Regels van een oud gezangvers komen in jouw gedachten:
'Nu jaagt de dood geen angst meer aan
want alles, alles is voldaan.
Wie in het geloof op Jezus ziet,
die vreest voor dood en helle niet'.
De gebeurtenissen volgen elkaar snel op.
Aan het einde van de tunnel ontwaar je gestalten
die een steeds duidelijker vorm aannemen
en jij herkent jouw grootouders.
Het is net of je een warm welkom wacht.
De geestestoestand waarin jij je bevindt
is bovenzintuigelijk:
onbegrensde euphorie en lichtvoetigheid.
Behalve jouw lieve grootouders
zie je meer lichtende gestalten.
Zouden het engelen zijn?
Eén van die gestalten loopt naar je toe.
Je hoeft hier niet te praten.
De communicatie verloopt direct via jouw gedachten.
'Het is jouw tijd nog niet.
Je hebt op aarde nog een opdracht te vervullen'.
De gedachte herhaalt zich
en je wilt je aan die gedachte teweer stellen.
Je wilt niet dat dit gebeuren van gelukzaligheid
van je wordt afgenomen.
Daarvoor is het te mooi.
Opnieuw dringt de gedachte zich aan je op:
'Je hebt nog een taak te vervullen;
je moet ècht terug....'
Jouw weerstand neemt af
en nu verloopt de reis opnieuw
maar dan in tegenovergestelde richting.
Enkele seconden later bemerk je
dat je nog steeds in jouw bed ligt.
Wat een drukte om jou heen.
Het lukt je om één van jouw oogleden te openen.
Nu de andere ook nog.
Eén van de verpleegkundigen die om jouw bed staan
wist zich het zweet van zijn voorhoofd en mompelt:
'God zij dank, je was ons bijna ontglipt'.