Blog
Al mijn bronnen zijn in U
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
25-06-2009 15:03 | bekeken:
966 | funked:
0 | reacties:
4
Ter introductie: ik heb dikwijls inspiratie ervaren, waarbij ik me realiseerde: 'Dit zegt God tegen me'.
Voor zulke uitingen geldt: 'Veracht de profetieën niet, maar toetst alles en behoudt het goede.'
Wanneer de geest van de mens inkeert tot zichzelf, en roept
tot Mij; dan komt mijn Geest de menselijke ontoereikendheid te hulp en vult aan, datgene wat hij in zijn-mens-zijn te kort komt.
Het ligt in mijn plan om de gelovige mens bloot te stellen aan vele vormen van verzoeking opdat deze mens steeds meer tot het besef zal komen dat ál zijn bronnen in God zijn.
Mijn Geest verheugt Zich over die mensenkinderen die hun vreugde zoeken in de gemeenschap met Mij.
Maar ook de geest van de gelovige is veelal zo gericht op zichzelf, zodat daar voor Mij geen plaats is. Dan laat Ik hem over om de inzichten van zijn eigen hart te volgen en laat hem drinken uit bronnen die geen bronnen zijn, totdat
hij inkeert tot zichzelf en hunkert naar die gemeenschap die Ik alleen kan geven.
Ik vergeef de zondaar veelvuldig zijn overtredingen.
Aan de oude dingen zal niet meer gedacht worden.
Ik schep iets nieuws en Ik stort mijn vreugde uit in het hart van dat mensenkind dat hunkert naar Mij.
Ik vraag mijn kinderen om er toch ernst mee te maken zich af te zonderen van de genietingen van deze wereld.
Niet dat Ik wil, dat gij deze wereld ontvlucht, maar Ik wil dat gij uw geest ontledigt van alle dingen die van deze wereld zijn.
'De wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet blijft tot in eeuwigheid'.
Elk dwaas mensenkind die zijn geest verhardt en het licht met de duisternis vermengt, komt van boosheid tot boosheid.
Komt toch tot bezinning en maakt er ernst mede om uw God te ontmoeten. De bijl ligt aan de wortel van de boom en wee die mens wiens loof verwelkt en wiens vrucht verrot is.
Elk kind van God zal rekenschap af moeten leggen van alle daden die hij in zijn lichaam verricht heeft.
En wee dat eigenzinnig kind, die in de halstarrigheid van zijn bestaan, niet is ingegaan op mijn uitgestoken hand.
Ik ben een jaloers en een heilig God en mijn toorn treft een ieder die wetend en halstarrig volhardt in zijn verzet en het aanbod van mijn liefde miskent.
Ik zal mijzelf in mijn Gemeente gaan verheerlijken
en de wereld zal zich verwonderen wanneer zij tot erkenning
zullen komen dat het getuigenis omtrent Jezus Christus
betrouwbaar is bevonden.
'Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne
en gij onderweg niet te gronde gaat.
Want zeer licht ontbrandt zijn toorn.
Welzalig allen die bij Hem schuilen'.