Toegang tot de Rivier

De Godsrivier stroomt door een liefelijk dal.
In dat dal is alles heerlijk groen.
Enkele jaren geleden voeren mijn vrouw en ik enkele
honderden kilometers met een cruise-boot door de Nijl.
Soms was dat dal vele kilometers breed;
op andere plaatsen slechts enkele honderden meters.

In onze aardse dimensie nodigt de Here God ons steeds
van harte uit om te komen in Zijn rivier.
Om daar te komen heeft Jezus reeds een weg gebaand.
Daartoe is Hij Zelf ons tot een Weg geworden.

Hoewel ik door genade mag weten een kind van God te zijn
ervaar ik dikwijls aan den lijve dat ik nog zo'n dwaalziek
hart heb.
Voordat ik er erg in heb
beweeg ik me moeizaam voort
in de woestijn van wrokkige gedachten.
Ik raak niet uitgedacht over sommigen
van die 'stomme gelovigen'.
Was dat vruchtbare dal en die wonderbaarlijke godsrivier
slechts een fata-morgana?
Heb iik het me allemaal ingebeeld?
Neen, duizendmaal neen!

Gods Geest bepaalt mij erbij dat we hier in training zijn.
Als ik me bevindt in de woestijn van wrokkige gedachten,
biedt Hij mij de mogelijkheid aan
om Zijn Naam aan te roepen.
De ongerechtige man verlate zijn gedachten.
Mijn oog zal alleen gericht zijn op Jezus,
Leidsman en Voleinder van het geloof.
Ik vestig mijn aandacht op Hem en .............
o wonder, het rulle woestijnzand verandert in mals gras
en om me heen zie ik weer het vruchtbare dal
met haar vrolijk stromende rivier.

Ik heb alleen toegang tot de rivier
als ik elke keer mijn boze hart
laat reinigen door Christus' bloed.
Als ik volhard in mijn boze gedachten,
raak ik de vrede van Christus kwijt,
en dat wil ik niet.

Het ontroert me dat Hij het me niet kwalijk neemt
dat ik verdwaald was geraakt
in de woestijn van wrokkige gedachten.
Nederig kom ik in zijn tegenwoordigheid
en laat me schoon wassen door Zijn kostbaar bloed.
Ik erken dat de Heilige Geest
meer in alle details mijn Leidsman zal zijn.

Als Jezus ons nodigt om bij Hem te komen,
dan maakt Hij het ook mogelijk om onze voeten
in beweging te zetten om Hem te ontmoeten.
Ik wil genieten van alles wat Hij te bieden heeft
en me niet bij voorbaat af laten schrikken
voor alle mogelijke beproevingen
die me te wachten zouden kunnen staan.

Waar Jezus Zich bevindt, daar stroomt het water.
Ik heb het nodig om aan die Rivier te denken
en aan al die spelende mensen.
Anders wordt het denken aan Jezus me veel te abstract.

Met Jezus in de buurt wordt het kind in me wakker
en ongeneerd ren ik naar de rivier om lol te maken.
Aardse- en hemelse geneugten vermengen zich met elkaar.
Heel veel plezier staat niet op gespannen voet
met de dieoe verering die ik voor Hem koester
en het verlangen om lofliederen te zingen.
Met Hem in de buurt borrelen de melodieën vanzelf omhoog:
'Er is vreugde, hemelvreugde;
hemelvreugde hier op aard'.