Blog
De reiziger en zijn gids.
Door datingsite- en communitylid
Quest
07-02-2025 12:27 | bekeken:
68 | funked:
4 | reacties:
1
De zon stond laag aan de horizon, werpend op de stoffige weg een warme gloed. De Reiziger haalde diep adem en keek naar de weg die zich voor hem uitstrekte. Hij wist niet precies waar hij naartoe ging. Hij wist alleen dat hij niet kon blijven waar hij was.
Zijn voeten voelden zwaar, alsof hij al een leven lang liep zonder ooit echt ergens aan te komen. De last op zijn schouders was onzichtbaar, maar altijd aanwezig. Zijn hart, ooit onverschrokken, leek nu meer een kompas dat niet wist welke richting het moest wijzen.
Naast hem liep de Gids. Een rustige aanwezigheid, niet dwingend, niet leidend, maar simpelweg daar. Hij kende de weg niet voor de Reiziger – want het was niet zijn reis – maar hij had vaker naast iemand gelopen die zocht.
"Waarom ben je hier?" vroeg de Reiziger na een lange stilte.
De Gids glimlachte. "Omdat reizen minder zwaar is als je het niet alleen hoeft te doen."
De Reiziger zweeg en keek naar de grond. Alleen reizen had hij altijd gedaan. Vertrouwen had hij nooit geleerd; mensen lieten los, verdwenen, of waren gevaarlijk. Zijn voeten waren gewend om paden te bewandelen waar niemand anders durfde te komen. Maar deze Gids liep naast hem zonder hem te duwen of tegen te houden.
Ze liepen verder. Soms in stilte, soms pratend. De Gids stelde vragen, geen vragen die antwoorden eisten, maar vragen die ruimte boden. "Wat voel je nu?" "Wat heb je nodig?" "Waar doet het pijn?"
Soms vond de Reiziger woorden. Soms ook niet. En dat was goed.
Onderweg kwamen ze door dorre vlaktes, waar de Reiziger niets anders voelde dan leegte. "Hier ben ik thuis," mompelde hij bitter. Maar de Gids wees naar een klein groen sprietje dat door de droge grond omhoog kwam. "Niet alles sterft hier," zei hij zacht.
Op een dag bereikten ze een rivier. Het water kolkte woest en onstuimig, en de brug erover leek fragiel. De Reiziger bleef staan, zijn lichaam verstijfd.
"Ik kan hier niet over," fluisterde hij.
"Ik weet het," zei de Gids. "Het ziet er gevaarlijk uit. Maar kijk goed. De brug is sterker dan je denkt."
De Reiziger schudde zijn hoofd. "Ik vertrouw hem niet. Ik vertrouw niets."
De Gids knikte begripvol. "Je hoeft hem niet meteen te vertrouwen. Misschien kun je eerst voelen hoe stevig de eerste plank is."
Voorzichtig zette de Reiziger één stap. De plank kraakte, maar hield. Zijn adem stokte, zijn hart bonsde in zijn borst.
"Goed," zei de Gids. "Probeer nog één stap, als je wil."
Langzaam, met trillende benen, liep de Reiziger verder. Hij hield zijn adem in bij elke plank, maar de brug hield stand. En toen, plotseling, stond hij aan de overkant. Hij draaide zich om en keek naar de brug. Het leek nog steeds fragiel, maar hij wist nu: hij had het gekund.
Ze liepen verder. De nachten werden warmer, de grond zachter. Soms struikelde de Reiziger en vervloekte hij de weg, zijn verleden, zichzelf. Maar de Gids bleef, altijd dichtbij, altijd geduldig.
Op een ochtend bereikten ze een heuveltop. De Reiziger keek uit over het landschap, en voor het eerst zag hij iets anders dan eindeloze afstand. Daar beneden lagen velden, beekjes, schaduwrijke bomen. Hij wist niet precies wat hij zag, maar ergens diep vanbinnen voelde hij iets nieuws: de mogelijkheid van een thuis.
Hij keek opzij naar de Gids. "Blijf je bij me?"
De Gids glimlachte. "Zo lang als je me nodig hebt."
De Reiziger knikte. Hij wist nu: hij hoefde deze reis niet alleen te maken.
En met die gedachte zette hij zijn eerste vrije stap.