Als de Koning terug keert

Als dat moment daar is, wanneer wij de Koning zullen zien,
dan zal het zijn alsof voor langere tijd de tijd zal worden stil gezet.

Rond een feestdis met de heerlijkste spijzen en wijnen
komt de harpspeler aangetreden en vervuld de ruimte met hemelse muziek.
En terwijl de klanken van muziek het paleis vervullen
komen de verhalen vertellers aangesneld.
En in dat gezelschap van vertellers sta ik ook voor de Koning.
"Mijn hart trilt van blijde woorden. Ik draag mijn gedicht de Koning voor".
En in dat grote feestgezelschap kuisteren we naar de verhalen.
De verhalen over de koningsdochter in haar kleurig geborduurde gewaden.
Een andere verteller vertelt het verhaal van de koning van Aram en over de profeet Elisa.
En we luisteren met z'n allen alsof we alles voor de eerste keer horen.
Het is alsof de tijd wordt stil gezet.
En we aanschouwen de Koning in zijn schoonheid
en we luisteren en we ervaren de kracht van de verhalen
en de zachte muziek op de achtergrond versterkt de indruk van de verhalen.
En de herinneringen worden opgehaald als kostbare herinneringen tijdens dit ondermaanse
terwijl de strijd met de vijand hevig was en de Koning der koningen ons te hulp schoot en
hoe wij gehavend uit de strijd tevoorschijn kwamen
maar met een blijde overwinningslach op onze mond.

En weer andere verhalen worden verteld, en, o wonder, in al die verhalen is de Koning het middelpunt.
We horen over zijn roemruchte daden.
Ik ben de Koning zo dankbaar, dat ik onder de mensenkinderen ook mijn verhaal mocht vertellen.
En in de nabijheid van de Koning luisteren we naar de verhalen van velen.
In onze harten komen we in aanbidding voor de Koning die ons in al onze strijd
steeds weer de overwinning bracht.
En we realiseerden ons, alles wat we op aarde nooit hadden begrepen, werd nu
in zijn goddelijk licht tot openbaring gebracht.
En we gingen begrijpen, terwijl we genoten van de spijze van des Konings tafel.
En met elkander hieven we de beker.
Na het vertellen van weer een verhaal hieven we de beker
en het feestgedruis vervulde des Konings paleis.
"De Koning leve, ja, lang leve de Koning.
De Koning, Hij leve tot in eeuwigheid".