Absolutie - samenspraak

Ik spreek jou vrij van schuld.
Ja, jou bedoel ik.... !!

Tegen wie heb jij het mannetje?
Jij weet heel goed, dat ik jou bedoel !
Ik alleen kan jou ontlasten van jouw extreme schuldgevoelens wanneer je kunt accepteren dat Ik van je hou.
Jij kruipt in duizend-en-een gedaantes om jezelf te ontworstelen aan mijn liefde.

Ik vervloek dat smerige serpent dat jouw gedachten in gevangenschap houd.

Heb Je het tegen mij?
Nee, Galsem, nee, niet tegen jou.
Tegen jou zeg ik: Wijk terug in de Naam van Jezus en laat jouw slachtoffer los.
Ga terug naar de plaats waar je vandaan komt.

Hè....... de beneveling wijkt..... het wordt licht in mijn hoofd.
Bent U het, Jezus van Nazareth, die voorbij komt?
De zware banden, die mijn denken in gevangenschap houden, worden los gemaakt.
Smerige, slijmerige tentakels, worden los gemaakt van mijn geest.
Mijn diepste innerlijk ziet bovennatuurlijk licht naar binnen stromen.

Jezus Christus, ik ben uw liefde niet waard.
Ik heb me zo vaak gevoeld als een schurftige hond. En nu, nu komt U
en U zegt: "Jouw schuld is vergeven".

Vanaf vandaag gaan we met z'n tweeën een nieuwe toekomst beginnen.
IJzeren deuren, die jouw geest in gevangenschap hielden, zijn nu voorgoed verbroken.
Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.
De kracht van mijn offer heeft jou buiten het machtsgebied van de vijand gebracht.
Ik druk jou niet dood met een verstikkende liefde....
Wanneer je dat zou denken, nee..... vanuit het diepste respect voor jouw persoonlijkheid
lopen we samen naar het Licht toe. En heel geleidelijk aan ga je ervaren hoe ik jou in de vrijheid breng.
Je wordt vrij van jouw religieuze vooroordelen. Je zult me leren kennen zoals Ik ben.

Ik wil jou, mijn zoon.
Ik wil jou, mijn dochter.
De dag na vandaag zal nooit meer dezelfde wezen.