Blog
Hij kwam bij ons heel gewoon........
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
12-03-2015 13:00 | bekeken:
1052 | funked:
0 | reacties:
4
Als begeleider van mensen kom je soms op de meest merkwaardige plaatsen. Zo ben ik de afgelopen weken een paar keer met een bevriende relatie in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis geweest.
Bij het binnentreden van het moderne ziekenhuis, denk ik onwillekeurig aan de zegswijze: "Zij die hier binnen treden laten alle hoop varen".
Menig keer vindt er genezing plaats en bij poliklinische behandeling krijgt menigeen nog een aantal extra maanden of jaren toegevoegd.
De hartelijkheid van het medisch personeel ontgaat me niet. Wij gaan van de ene wachtkamer naar de andere en ik vind het boeiend om tussen door mensen te observeren. Je gaat natuurlijk niet staren. Echter, je leest een scala van emoties onder de wachtenden, of, te midden van de mensen die je passeren.
Echtparen, waarvan de man de vrouw begeleidt, of, mannen die door hun partner worden begeleid. Soms zie je de gelatenheid op de gezichten, verdriet,.....
Baretten die moeten verhullen, dat het haar weg is, alles ademt een heel speciale sfeer uit. Ik moest terug denken aan een van m'n oudere blogs.
De vreemdeling kwam van heel ver naar deze aardse lagere regionen. Hij kwam van een heel ander zonnestelsel, ver achter de Andromeda. Omdat hij niet aan tijd en ruimte gebonden was, was hij niet afhankelijk van een ruimtevaartuig. Hij kwam bij ons, heel gewoon. Opeens was hij er, bijna onopgemerkt.
Over een periode van bijna tweeduizend jaren heb ik hem gevolgd tijdens z'n tochten over de lanen en door de straten van de dorpen en steden. Hij kon zich manifesteren zonder dat de mensen hem opmerkten. Maar overal, waar hij geweest was,
in de hospices bij de bejaardenhuizen;
in de sterfkamers van gewone woningen;
in de ziekenhuizen bij ernstig zieken en
in noodhospitalen bij oorlogsgebieden.......
overal waar hij kwam, daar veranderde iets.
Hoewel de stervenden dood gingen;
de ernstig zieken, ziek bleven;
tóch was er iets gebeurd toen hij hen incognito opzocht.
De stervende nam met een glimlach op z'n gezicht afscheid; de onrust in het hart van de ernstig zieke was van het ene op het andere moment verdwenen.
In de noodhospitalen waren er mensen, die voor de eerste keer in hun leven in staat waren hun aandacht te richten op de Allerhoogste.
De vreemdeling trok verder zonder afscheid te nemen.
En in de geest bespeurde ik een leger van talloze min of meer naamloze individuen die zich aansloten bij deze vreemdeling op z'n pelgrimstocht over de aarde.
Nog nooit had ik zo'n bont gezelschap gezien.
"Zien" is misschien niet het goede woord. Je moest namelijk heel goed kijken wilde je hen kunnen waarnemen. Ook talloze kinderen en tieners maakten deel uit van dit gezelschap.
Ik heb nooit zo erg in sprookjes geloofd, maar overal waar hij en z'n volgelingen kwam, veranderde iets in de atmosfeer. Alcoholici hadden geen trek meer in hun glas jenever; junkies lieten hun joint liggen
en verpauperde daklozen meldden zich bij een rehabilitatieprogramma van het Leger des Heils.
Verdwaasde echtelieden, die in scheiding lagen, vroegen zich plotseling af of er geen weg terug was en haatgevoelens van in de steek gelaten tieners verschrompelden.
Ik kan moeilijk aangeven hoe deze plotselinge veranderingen zo ineens tot stand kwamen. Sterrenstof van andere regionen vervulden deze aardse atmosfeer.
Ook ik sloot me aan bij dat naamloze leger van buitenaardse gewesten. Bij tijden voelde ik me wonderlijk licht worden in m'n binnenste en ik verwonderde me er over hoe deze intredende verandering zo ongemerkt in m'n geest had plaats gevonden.
Ik was gekend;
ik was bemind;
ik was geliefd.
Ik was gerehabiliteerd tot een burger van het Koninkrijk der hemelen. Na een lange pelgrimstocht had ik eindelijk ook de Meester herkend.