Blog
Mexicaanse griep
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
07-05-2013 19:29 | bekeken:
1121 | funked:
0 | reacties:
2
Je hoorde tot de risico groep.
Hoewel, ondanks al die publiciteit voor de t.v.,
dacht je: "So what, ik ben jong en sterk".
Dat gedoe met al die prikken, en dan nog wel twee keer.
Je hebt het er op aan laten komen.
Die zondagmorgen werd je wakker met een akelig hoestje.
Je was ook niet helemaal lekker.
Toch maar even tempen: 38,6.
Het is weekend en je denkt:
"Deze keer maar niet naar de kerk".
't Is een flinke verkoudheid, morgen zal het wel wat beter zijn.
Maar in de loop van de dag ga je je steeds lamlendiger voelen.
In de namiddag is de koorts inmiddels opgelopen tot 39,4.
Over je hele lijf heb je spierpijn
en met jouw astmatische aanleg gaat jouw ademhaling moeizaam.
Het lukt je nog om wat te zappen voor de tv om wat afleiding te vinden.
Maar 's avonds tegen achten ben je zo beroerd als een hond
en je denkt: toch nog even tempen.
En dan schrik je: de koorts is inmiddels opgelopen tot 40,5.
Moeizaam beweeg je je richting telefoon
en draait het nummer van jouw ouders: 0343-51837.
Je krijgt je moeder aan de lijn.
Je probeert wat geruststellend over te komen
maar ze kent jou langer dan vandaag.
In haar stem bemerk je een sterke ongerustheid.
Ze houdt niet eerder op met praten
voordat je haar beloofd hebt, 1-1-2 te bellen.
Drie kwartier later lig je op de intensive-care.
De koorts is opgelopen tot boven de 41
en jouw ademhaling verloopt o zo moeizaam.
De verpleegkundige heeft inmiddels een infuus aangelegd.
Hoewel je het niet wilt, kom je soms in een tranceachtige toestand terecht.
Verschrikt denk je: o nee.... God, alsjeblieft, ik ben er nog niet klaar voor.
Maar o, wat ben je moe.
Je voelt je zo moe, zo oneindig moe
en weer lijkt het alsof je even jouw bewustzijn verliest.
Je bent nog alert genoeg om de gespannen houding van de
verpleegkundige op te merken, die zich met jou bezig houdt.
En dan....... dan verlies je het stuur over je gedachten.
Het is net alsof je in een tornado terecht bent gekomen,
een draaikolk waaraan je niet kunt ontvluchten
en enkele seconden later voel jij je vederlicht, je voelt je zo licht.....
De druk is helemaal van je afgevallen.
Het lijkt wel of een euphorisch geluksgevoel bezit van je heeft genomen.
Je neemt dingen waar die niet kunnen.
Je ziet jezelf in het bed liggen
terwijl de verpleegkundige jou hartmassage toedient.
O, wat een drukte maken die lui.
De gedachte dringt zich aan je op: Is dat het nou.....
Maar nu kom je opeens in een turbulentie van een andersoortig gebeuren.
Weer die draaikollk, of tunnel
maar tegelijk neem je een oneindige grote hoeveelheid licht waar
en je wordt naar binnen gezogen, die slurf van helder licht in.
En in fracties van seconden lijkt het wel
of jouw hele leven zich aan jou voorbij trekt:
toen je nog kind was,
jouw jaren op de lagere school
het getreiter van jouw vriendjes
toen jij jouw eerste gulden stal
studentenfuifjes
jouw eerste sollicitatie gesprek
al die noodleugentjes als je in crisis-situaties terecht kwam.....
Het is vreemd, maar in dat sterke licht dat je omgeeft,
kun je geen enkele herinnering verborgen houden.
Het is een allesdoordringend licht.
Maar toch ben je niet bang.
Regels van een oud gezangvers komen in jouw gedachten:
"Nu jaagt de dood geen angst meer aan,
want alles, alles is voldaan.
Wie in het geloof op Jezus ziet,
die vreest voor dood en helle niet."
De gebeurtenissen volgen elkaar snel op.
Aan het einde van de tunnel ontwaar je gestalten
die een steeds duidelijker vorm aannemen
en jij herkent jouw grootouders.
Het is net of jou een warm welkom wacht.
De geestestoestand waarin jij je bevindt is bovenzintuigelijk:
onbegrensde euphorie en lichtvoetigheid.
Behalve jouw lieve grootouders zie je meer lichtende gestalten.
Zouden het engelen zijn?
Eén van de gestalten loopt naar je toe.
Je hoeft hier niet te praten.
De communicatie verloopt direct via jouw gedachten:
"Het is jouw tijd nog niet.
Je hebt op aarde nog een opdracht te vervullen."
De gedachte herhaalt zich
en je wilt je aan die gedachte teweer stellen.
Je wilt niet dat dit gebeuren van gelukzaligheid van je wordt afgenomen.
Daarvoor is het te mooi.
Opnieuw dringt zich de gedachte aan je op:
"Je hebt nog een taak te vervullen;
je moet ècht terug...."
Jouw weerstand neemt af en nu verloopt de reis opnieuw
maar dan in tegenovergestelde richting.
Enkele seconden later bemerk je dat je nog steeds in jouw bed ligt.
Wat een drukte om jou heen.
Het lukt je om één van jouw oogeleden te openen.
Nu de andere ook nog.
Eén van de verpleegkundigen die om jouw bed staan
wist zich het zweet van z'n voorhoofd en mompelt:
"God zij dank, je was ons bijna ontglipt".