Blog
Advents gedachten
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
13-12-2011 15:13 | bekeken:
1336 | funked:
0 | reacties:
1
In de loop van m'n leven heb ik leren luisteren naar Zijn liefdesstem.
En desondanks word ik vervuld van huiver
om niet het heilige en het profane door elkaar te halen.
Als altijd weer opnieuw moet ik door die barrière heen
om in Zijn aanwezigheid te verkeren.
Ik kan me zo voorstellen de innerlijke strijd die Jeremia ervoer,
wanneer er geschreven staat,
dat hij zich afmatte om het in te houden,
wanneer het Woord des Heren tot hem kwam, maar hij kon het niet. (Jer.20:9)
Ik denk aan Mozes, wanneer de nieuwsgierigheid hem drijft
om dat wondere verschijnsel van de brandende braambos te aanschouwen
en wanneer hij Gods woorden verneemt:
'Doe de schoenen van jouw voeten, want de grond waarop jij je bevindt,
is heilige grond.'
Ik herken me in Adam, dat, wanneer hij Gods aanwezigheid bespeurt,
hij de bosjes inrent, en, gehuld in vijgebladeren weer tevoorschijn komt.
Het verhaal waar ik steeds weer bij aanland, is dat van de jonge Samuël,
van wie geschreven staat:
'Samuël nu kende Here nog niet,
nog nooit was hem een woord des Heren geopenbaard'.
Tot drie maal toe moet de Here hem roepen.
Ik wil me spiegelen in al die verhalen van het Oude Testament,
waar God in Zijn grote genade, Zijn aanwezigheid verbindt
aan die van de mensen.
Om me heen ontwaar ik overal de geur van verrotting en ontbinding.
En heilige verwondering overvalt me
wanneer ik tracht te doorvorsen het wonder van mijn geboorte.
In m'n gedachten land ik aan bij Jesaja's roeping,
wanneer hij Gods stem hoort:
'Wie zal Ik zenden; wie zal voor Ons gaan?'
'Maar één der serafs vloog naar hem toe, met een gloeiende kool,
die hij met een tang van het altaar genomen had;
hij raakte zijn mond daarmede aan en zeide:
'Zie deze heeft uw lippen aangeraakt;
nu is uw ongerechtigheid geweken en uw zonde verzoend.' (Jes.6:6,7)
En straks is het Christus-feest,
Een klein kindje wordt geboren in Bethlehems stal
om door de herders herkend te worden als de Christus die komen zal.
Naast de herders buig ik diep voor het heilig kind.
Ik voel me getroost bij de klanken van het baby-geschrei.
In de geest zoek ik de aanwezigheid van de moeder des Heren
wanneer zij - in rouw gedompeld -
haar gezicht opheft naar boven en op Golgotha haar zoon aanschouwt.
Ik herinner me de woorden van de oude Simeon,
toen hij tegen Maria zei: 'Een zwaard zal door jouw ziel gaan'.
Lieve Jezus, U bent ook voor mij die verschrikkelijke weg gegaan,
die via dolorosa.
U bent voor mij die weg gegaan, voor mij, die het niet verdiende.
Ik denk aan de hogepriester Jozua,
die zich in Gods aanwezigheid bevond, gehuld in vuile klederen.
En dan zegt de Engel, die voor hem staat:'
'Doet hem de vuile klederen uit. Hij zeide tot hem:
Zie, Ik neem uw ongerechtigheid van u weg,
Ik trek u feestklederen aan,' (Zach.3:4)
Ik denk aan de profeet Ezechiël,
die de boekrol met de woorden van God moest opeten. (Ezech.3:1-3)
Lieve Heer, ik wil wonen in uw Huis;
ik wil wonen temidden van de woorden van de heilige Schrift.
Lieve Heer, in deze advent,
nu vele millioenen christenen wereldwijd hun gedachten richten
op het grootste wonder ooit in de wereld geschied,
toen de Allerhoogste in een vlees kwam aan dat van ons mensen gelijk.
Lieve Heer, ik wil knielen met al die broers en zusjes van me.
Ik schaam me er voor, dat we dikwijls onderling zoveel ruzie maken
en kibbelen wie van ons de belangrijkste is.
Ik wil U graag aanraken, al was het maar héél zachtjes.
Ik verlang ernaar om door U Zelf aangeraakt te worden.
Ik blijf drentelen in uw aanwezigheid,
als ik denk aan het verhaal van de verloren zoon,
wanneer de hemelse Vader naar z'n kind holt
om hem in z'n armen te sluiten.
Lieve Heer Jezus, al deze godsbeelden buitelen in m'n gedachten
over elkaar heen en ik houd ervan om uw woorden op papier te zetten.
God geopenbaard in menselijk vlees;
ik zal het nooit ten volle begrijpen.
Kom Heer Jezus, ja, kom spoedig!'