Blog
De strijd in je denken
Door datingsite- en communitylid
Willem-Anne
11-04-2011 08:58 | bekeken:
1077 | funked:
0 | reacties:
1
Elke christen worstelt op regelmatige tijden met een stroom van gedachten
om deze in balans te houden..
Laat me stellen dat in een bijbels mensbeeld
satan het meest z'n pijlen op ons richt
door ons in ons denken onderuit te halen.
Aangezien we zelf onvolmaakt zijn
en bovendien leven in een zeer onvolmaakte wereld
is het voor de tegenstander dikwijls niet moeilijk
om ons uit balans te halen
om ons op onze zwakste punten te treffen.
In de bijbel wordt een christen er in alle mogelijke toonaarden
ertoe opgeroepen z'n kracht in de Here te zoeken en in Zijn sterkte.
Temidden van strijd kan het nooit geen kwaad
om af en toe tegen God te zeggen:
'Here, ik weet het niet;
ik weet dikwijls niet hoe ik in konkrete situaties moet handelen.
Maar bovenal Here, maak ik mijn denken en mijn wil
ondergeschikt aan uw heilige wil.
Verlos me van de stress die me uit balans wil halen
en help me om me te focussen op U
en met alles wat te maken heeft met de orde binnen het Koninkrijk van God.
Here, ik dank U dat U m'n gebed verhoort
en dat U me helpt om los te laten
datgene wat op het moment geen prioriteit heeft.
Ik vraag U om de genade van geestelijk onderscheidingsvermogen
om uw wil te doen.
Ik word niet boven vermogen verzocht
en in de beproeving zorgt U ook voor de uitkomst.
In de helige Naam van Jezus.
Amen.'
Als wij op deze wijze bidden
en onze wil ondergeschikt maken aan de leiding van de heilige Geest,
verliest de boze z'n greep op ons denken .
Het licht van Gods Geest breekt door
en in Zijn genade kunnen we elke zaak tot de juiste proporties terug brengen.
Laat één ding duidelijk wezen:
de strategie van Gods tegenstander richt zich op handelen
vanuit paniek en impulsiviteit;
de vrede van God brengt rust en kalmte.
En zelfs in de grootste strijd ontvangen we een innerlijke vrede
om elke situatie in te kunnen schatten tot de juiste proporties.
Soms moeten we handelen;
een andere keer moeten we rustig afwachten
in het vertrouwen dat buiten de wil van de hemelse Vader
geen haar van ons hoofd gekrenkt zal worden;
ook niet van degenen die ons lief en dierbaar zijn.