Verwonde gelovigen

Misschien is het de schuld van de predikers.
Misschien hebben gelovigen het aan hen zelf te wijten
toen ze zich in hun betonnen bunkers verstopten.
Misschien.... ach, wie zal het weten....
De schuldvraag is nu minder belangrijk.
Een eindeloze stoet van mannen, vrouwen en jongeren
slepen zich moeizaam voort naar onbekende verten.
Zo'n schouwspel heeft zich nimmer aan m'n oog voltrokken.
Dit is het land van de schaduwen des doods.
Ontzetting grijpt me aan.
'Heer, vertel het me, wat gebeurt hier?'
De aarde wordt gehuld in nevelen.
De lucht is bezwangerd van vampierachtige vleermuizen
die hun gif achter laten in de prooien die ze bespringen.
Een desolaat gevoel van wanhoop maakt zich meester van me
en opnieuw schreeuw ik het uit:
'Mijn God, houd me vast, ik kan dit niet aanzien.
Dit wil ik niet zien.'

Het heeft er de schijn van dat onreine geesten de afgrond verlaten.
Waren tot op heden de engelen beschermers van de mensheid,
nu lijkt het erop dat ze zich ordelijk aan het terugtrekken zijn.
Duisternis komt over de aarde.
Ben ik dan de enige die het ziet?
Ik zie de verwrongen gezichten van christus-belijdende gelovigen,
hen, die zich noemen naar Zijn Naam
en ik hoor hoe ze over elkaar kwaad spreken.
Ik zie hoe ze elkaar bestelen.
Achter gesloten deuren worden kinderen van hun eer beroofd.
Mannen vergrijpen zich aan vrouwen
en vrouwen manipuleren hun echtgenoten en brengen hen tot razernij.
En bovenal hoor ik het naamloze schreeuwen en zuchten en huilen
van de slachtoffers, die zich aan deze vreselijke zonden schuldig maken.
Ontzetting grijpt me aan en opnieuw roep ik naar de hemel:
'Mijn God, ik wil dit niet horen; ik wil dit niet zien'.

De naargeestige ruimte waarin ik mij bevind,
wordt opeens wonderlijk verlicht.
Is het misschien een engel die ik niet goed kan waarnemen?
Zachtjes, maar tegelijk heel duidelijk, hoor ik zeggen:

'Nog één maal kom Ik terug door de geest van genade en der gebeden.
En als mijn volk zich bekeert, dan zal Ik hen genadig zijn
en hen verlossen van hun zonden.

'Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht;
wie vuil is, hij worde nog vuiler;
wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid;
wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.' (Openb.22:11)

'Ik zelf zal vóór u uitgaan en de oneffenheden effenen;
koperen deuren zal Ik verbreken en ijzeren grendels verbrijzelen.
En Ik zal u geven de schatten der duisternis
en de rijkdommen der verborgen plaatsen,
opdat gij weet, dat Ik, de HERE, het ben, die u bij uw naam riep,
de God van Israël.' (Jes.45:2,3)

Ik zal een keer brengen in het lot van mijn volk.
De gelovigen zullen zich ervan bewust worden dat ze het zonder
de kracht van de heilige Geest niet zullen redden
om stand te houden in deze verdorven wereld.
Opnieuw train Ik een Gideonsbende, gereed tot de strijd.
Jonge mannen en jonge vrouwen die zich willen wijden
om hun leven in dienst te stellen van Koning Jezus.
Hun zonden zal Ik vergeven en aan wat vroeger gebeurd is,
daar zal Ik niet meer aan terug denken.

'Weest dan waakzaam, want gij weet niet wanneer uw Heer komt'.