Scheiding

Je hebt veel in jouw leven meegemaakt, m'n zoon.
Je hebt veel verdriet gekend.
En toch had je de veerkracht om steeds weer
overeind te komen.
Nee, het was niet gemakkelijk.
Integendeel, het was verschrikkelijk moeilijk.

Na zoveel jaren getrouwd te zijn geweest,
had je nooit kunnen denken
dat jou zo iets zou kunnen overkomen.
Heel geleidelijk groeiden jullie uit elkaar.
Toen je hulp ging zoeken,
was het eigenlijk al te laat.

Schuld en schaamte, zo voelde dat.
Je hebt het tegen willen houden,
maar je kon het niet.
Je had het jouw kinderen willen besparen.
Zo vaak heb je hete tranen gehuild.
Je kon de klok niet meer terug draaien.
De gebeurtenissen namen hun onverbiddelijke loop.

Je hebt tijden gekend
dat je vreselijk opstandig was.
Je kon onmogelijk met jezelf in het reine komen.
Mensen zeggen zo gemakkelijk:
Waar twee kijven, hebben twee schuld.
Het viel niet mee
om de broeders en zusters uit jouw kerk
maar steeds weer onder ogen te komen.
Natuurlijk had je geen zin
om de dingen maar weer eindeloos uit te leggen.
Mensen kunnen zo ongevoelig zijn.

Door de jaren heen heb je gemerkt
dat Ik jou vastgehouden heb.
Je bent een vechter, m'n jongen.
En je hebt de strijd gestreden met opgeheven hoofd.

Je bent nu in een periode gekomen
dat je heel geleidelijk aan
het verleden achter je kunt laten.
Ik heb jouw geest zacht gemaakt.
Op geen enkele manier verlang je naar revanche.

Ik prijs het in jou
dat je in al jouw wegen naar mijn wil zoekt.
'Ik zal jou niet begeven; Ik zal jou niet verlaten',
gelijk de Schrift zegt.

Gebruik de talenten die Ik jou heb gegeven.
Je hebt veel in je
waar je andere mensen blij mee kunt maken.
Je hebt het in je.
Je kùnt het.
Je wilt het.
De heerlijkheid van God
zal over jouw leven hersteld worden.