VERMIJD KONTAKT MET DEMONEN

Ik ben een geest. Niet zo maar een geest....
Ik ben een gevoelige geest. Ik zelf zou wel willen, dat ik wat minder gevoelig was. Maar zo ben ik nu eenmaal geboren.
Het meest wezenlijke van mijn identiteit is, dat ik een geest ben.

Behalve dat ik een geest ben, besta ik ook uit lichaam en ziel. De ziel is als het ware de filter waarin alle indrukken van de omliggende wereld naar binnen komen.
Verstand, wil en emoties maken deel uit van de eigenschappen van de ziel. Zolang mijn geest binnen het krachtenveld van de heilige Geest opereert is er niets aan de hand. Dan is er harmonie tussen ziel, geest en lichaam.
Maar o wee voor die enkele momenten dat er een onheilige begeerte wordt opgewekt. Dan is alles in disbalans.

God heeft m'n geest wederomgeboren doen worden.
Ik heb een vernieuwde geest. Daar is een ragfijn samenspel tussen mijn geest en mijn emoties. Het spanningsveld van mijn geloofsstrijd ligt daarin dat ik in m'n geest en in mijn emoties afgestemd blijf op de heilige Geest.
Maar o wee, als ik niet alert ben wat betreft de strijd in de onzichtbare regionen .......

Er zijn momenten dat ik de Geest van God bedroef.
Dan schakel ik over op de (on)geestelijke automatische piloot. Ik spreek de gebeden uit ....... en de tale Kanaäns ken ik als geen ander. Meestal houdt ik dat niet lang vol.
Te vaak heb ik pure liefde van God Zelf ervaren. Voor geen goud zou ik mijn bestemming willen missen.
'Als mijn hart mij veroordeelt, ervaar ik dat God meerder is dan mijn hart en kennis heeft van alle dingen'.
Naast alle aanklachten in m'n ziel is er een stemmetje over de dingen die ik die dag wèl goed heb gedaan; zelfs dat ik naar personen toe door God werd gebruikt.

Soms ben ik geneigd de ernst van de zonde te relativeren.
Het steekt heel nauw wat betreft onze gerichtheid tot Jezus.
Naast het feit dat Hij de eerstgeborene is geworden van veel broeders (en zusters), deelt Hij zijn aanwezigheid niet met de ons aanklevende demonen, die op deze aarde heer en meester zijn.
In 1 Kor.10:20 waarschuwt Paulus: 'Ik wil niet dat u één wordt met demonen....'

Onze god-loze maatschappij wordt nog enigermate beteugeld
door wetten en overheid. Van alle continenten schijnt Europa nu het meest duistere - geestelijk gezien - werelddeel te zijn.
In Openbaringen 18 wordt een hoofdstuk gewijdt aan de val van Babylon. Ze is een woonplaats van demonen geworden, ze biedt onderdak aan elke onreine geest (vers 2).
In Openbaringen 12 lees je over de strijd tussen licht en duisternis en hoe die strijd beslacht is in het voordeel van de Here. 'En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt (vers 9).'

In 1 Kor.6:17 schrijft Paulus: 'Wie zich met de Heer verenigt wordt met Hem één geest.' Om vervolgens als het ware in één zin te vervolgen met: 'Ga ontucht uit de weg!'..
Onze westerse samenleving is doordrenkt van onreinheid en wetteloosheid. Alles moet kunnen, geen brug is te ver.....
De grote stad Babylon is befaamd om haar tolerantie wat betreft zeden en gewoonten. En wee hen die het kwade 'kwaad' noemen. De stank van alle aardse perversiteit is tot de Here doorgedrongen.

Van de voorwereld uit de dagen van Noach staat geschreven, dat het de HERE smartte dat Hij de mensen geschapen had.
Wie in onze tijd wil zich nog conformeren aan Gods geboden en inzettingen? Je wilt toch zeker wèl met jouw tijd mee gaan? In eigen kracht zal het je niet lukken.
Geprezen zij de Here, als je je aan Hem onderwerpt, geeft Hij genade en aan het eind van jouw leven zal er dan over jou gesproken worden:
'Hij (zij) heeft de goede strijd gestreden;
hij (zij) heeft het geloof behouden'.