-
----
Dit is een gedicht als zovele
ontsproten aan mijn tomeloze zijn
- een onhelder en diffuus brein -
Je herkent het aan zijn regels
de eentonigheid van de strofen
en de onderbreking die ineens valt
als stilte in een ravijn
- waar was ik met mijn relaas? -
Helaas! Hier volgt geen ontknoping
geen clichématige climax
en misschien denkt u het volgende:
is dit een flash-back, of een déjà-vu?
een visioen of slechts een fantasie?
ik blijf het antwoord schuldig
want ondertussen is het dat ik verder maal
mijn gedachten - een molensteen - een brij - volkorenpap
ik vraag me af: associaties, mogen ze vrijer?
of moeten ze aan banden, aangelijnd?
(dat schijnt zo te zijn in vele landen).
Dus pieker ik me suf
moet ik schrijven over liefde?
een vuur dat is geblust - lang leve de brandweer!
of over de ellende in de wereld
waar je lang over denken kan, maar wie weet het antwoord?
is het een man? (een Man?)
dus laat ik me niks ontvallen
want wat weet ik er nu van.
Ik doe slechts wat ik altijd doe, ik pak een pen
zie daar mijn gedachten vervliegen! Ik schrijf me stram.
----
Om het af te leren

want praten laat ik komende dagen liever over aan iemand die écht iets melden kan.