Jaren geleden, bij een spontaan gezelligheidsbezoek aan het kantoor van Funky Fish in Amsterdam, werd ik opeens ingelijfd. Of columns schrijven niet iets voor mij zou zijn. Gewapend met een papier met nuttige tips liep ik een uurtje later tussen de toeristen richting Amsterdam Centraal. Thuis maakte ik een proefcolumn en daarna begon het feest van de tweewekelijkse deadline. Een soort creatief blok aan het been waarbij ik vaak verbaasd stond hoe het lege Word-document toch altijd weer gevuld werd met een tekst die me wel aansprak.
Vooral in het begin was het erg wennen; hoe ik dingen opschreef en hoe ze overkwamen. Vooral bij mijn haatpsalm voor Justin Bieber en de autistenballade die ik jaren geleden schreef, regende het reacties en flesjes. De goede oude tijd. Reacties en flesjes waren over het algemeen altijd leuk om te ontvangen, soms vol goedbedoelde raad of innige dankzegging, dan weer met een ernstige terechtwijzing voorzien van dito bijbeltekst.
Heel af en toe hoopte ik stiekem dat mijn hilarische schrijfstijl zou worden opgemerkt door een uitgever, waardoor ik het christelijke wereldje zou mogen verrijken met boekenkasten vol satire en zelfspot. Maar dat telefoontje is tot de dag van vandaag nog steeds niet gekomen.
De onderwerpkeuze was altijd een spannend iets. Soms had ik een week van tevoren al een idee dat ik alleen maar hoefde uit te werken, maar veel vaker was het iets dat gaandeweg het schrijven ontstond. Als ik teruglees zie ik als overkoepelend thema toch wel de verwondering en verbazing waarmee ik naar de vreemde (christelijke) wereld keek, en waar ik mijn plek in probeerde te vinden.
De Lieve Heer columns, waarbij ik een soort briefwisseling voerde met God, was een vorm waar ik erg van kon genieten bij het schrijven. Over daten en relaties heb ik uiteindelijk maar zeer weinig geschreven, hoewel het toch het leidende thema is bij Funky Fish.
Over daten gesproken, heel af en toe leidde de columnschrijverij tot een kleine, spontane flesuitwisseling die soms gevolgd werd door een heuse date. Dat waren leuke, maar ook spannende momenten voor iemand die het alleen-zijn tot een kunst heeft verheven.
Langzamerhand merkte ik dat mijn tijd meer en meer naar het theaterwerk ging, en dat de lol in het columns maken wat minder werd. Toen ik deze herfst de mogelijkheid kreeg om voor een langere periode aan mijn kleinkunstmateriaal te kunnen werken en daarmee te touren langs de Nederlandse theaters, besloot ik dat het tijd werd om afscheid te nemen van mijn schrijfwerk voor Funky Fish. Ik zal nog wel lid blijven om af en toe te kijken naar wat voor bijzonders er allemaal rondzwemt in dit wonderlijke aquarium.
Nog even woorden laten tellen: 456
Het is me weer gelukt.
Funky Fish bedankt De Spotter voor zijn 153! columns. We gaan je missen.
Vooral in het begin was het erg wennen; hoe ik dingen opschreef en hoe ze overkwamen. Vooral bij mijn haatpsalm voor Justin Bieber en de autistenballade die ik jaren geleden schreef, regende het reacties en flesjes. De goede oude tijd. Reacties en flesjes waren over het algemeen altijd leuk om te ontvangen, soms vol goedbedoelde raad of innige dankzegging, dan weer met een ernstige terechtwijzing voorzien van dito bijbeltekst.
Heel af en toe hoopte ik stiekem dat mijn hilarische schrijfstijl zou worden opgemerkt door een uitgever, waardoor ik het christelijke wereldje zou mogen verrijken met boekenkasten vol satire en zelfspot. Maar dat telefoontje is tot de dag van vandaag nog steeds niet gekomen.
De onderwerpkeuze was altijd een spannend iets. Soms had ik een week van tevoren al een idee dat ik alleen maar hoefde uit te werken, maar veel vaker was het iets dat gaandeweg het schrijven ontstond. Als ik teruglees zie ik als overkoepelend thema toch wel de verwondering en verbazing waarmee ik naar de vreemde (christelijke) wereld keek, en waar ik mijn plek in probeerde te vinden.
De Lieve Heer columns, waarbij ik een soort briefwisseling voerde met God, was een vorm waar ik erg van kon genieten bij het schrijven. Over daten en relaties heb ik uiteindelijk maar zeer weinig geschreven, hoewel het toch het leidende thema is bij Funky Fish.
Over daten gesproken, heel af en toe leidde de columnschrijverij tot een kleine, spontane flesuitwisseling die soms gevolgd werd door een heuse date. Dat waren leuke, maar ook spannende momenten voor iemand die het alleen-zijn tot een kunst heeft verheven.
Langzamerhand merkte ik dat mijn tijd meer en meer naar het theaterwerk ging, en dat de lol in het columns maken wat minder werd. Toen ik deze herfst de mogelijkheid kreeg om voor een langere periode aan mijn kleinkunstmateriaal te kunnen werken en daarmee te touren langs de Nederlandse theaters, besloot ik dat het tijd werd om afscheid te nemen van mijn schrijfwerk voor Funky Fish. Ik zal nog wel lid blijven om af en toe te kijken naar wat voor bijzonders er allemaal rondzwemt in dit wonderlijke aquarium.
Nog even woorden laten tellen: 456
Het is me weer gelukt.
Funky Fish bedankt De Spotter voor zijn 153! columns. We gaan je missen.
Log in om te reageren.